Roofvogels en postduiven
Jaarlijks worden er vele duizenden postduiven het slachtoffer van roofvogels. Bij veel duivenhouders zijn roofvogels dan ook niet populair. Toch valt het probleem van het kwijtraken van duiven aan roofvogels over het algemeen wel mee, uitzonderingen daargelaten. Ook zijn er (beperkte) mogelijkheden om de duiven zo te houden dat ze verweer hebben tegen hun natuurlijke vijanden. Want bedenk wel dat de duiven geen willoze slachtoffers zijn van roofvogels. Was dit wel zo geweest dan waren er nu geen duiven meer geweest. Misschien wel de meest gevreesde roofvogel voor de postduiven is de havik.
Roofvogels
Veel roofvogels worden door postduivenhouders bepaald niet als beste vrienden gezien. De roofvogels zien duiven en dus ook postduiven als een dankbare prooi. Duiven zijn gebouwd om snel te kunnen vliegen en de daarbij behorende spiermassa maakt de duiven nu juist weer zo interessant voor de roofvogels. Er zijn van de in Nederland voorkomende roofvogels drie soorten die de postduif bejagen, de havik, de slechtvalk en het vrouwtje van de sperwer. Het enkele feit dat wij al zeer lang spreken over roofvogels doet al vermoeden dat de mens niet altijd gunstig over deze vogelgroep heeft geoordeeld. Roven is stelen met geweld, is plunderen, is onrechtmatig iets verkrijgen. Geen fraaie eigenschappen die aan deze fraaie en vaak ook enerverende vogels worden toegekend. Maar schadelijke dieren bestaan niet, ieder organisme is een onderdeel van een ecologisch systeem.
Bij alle roofvogels is het vrouwtje groter dan het mannetje. De poten van het vrouwtje zijn ook dikker dan van de man. Ook bij de jonge dieren is dit al het geval zodat al vroeg de sekse is vast te stellen.
Herstel van populaties
Roofvogels staan aan de top van de voedselpiramide en zijn daarom gevoelig voor het gebruik van allerlei vergiften die vooral in de landbouw worden en werden gebruikt. Maar voor de ontwikkeling van de bestrijdingsmiddelen werden roofvogels al vervolgd en wel door premieregelingen die aanmoedigden roofvogels te doden. In de jachtwet van 1852 werd een dergelijke premieregeling opgenomen. Tussen 1852 en 1857 werden er in Nederland 39.233 gedode roofvogels ingeleverd. In de Vogelwet van 1936 kregen de roofvogels bescherming met uitzondering van sperwer. Deze soort kreeg eerst in 1941 wettelijke bescherming. Het is echter een publiek geheim dat boeren, jachtopzieners en jagers nog decennia lang en hoewel misschien minder algemeen ook nu nog, de roofvogels vervolgen. Zo zaagt men nestbomen om en wordt er vergiftigd aas uitgelegd. Behalve misbruik van parathion vormde het gebruik van slecht afbreekbare bestrijdingsmiddelen en zaadontsmettingsmiddelen zoals onder meer dieldrin en aldrin, een stevige bedreiging voor roofvogels. Na het verbod op de meest giftige bestrijdingsmiddelen in de jaren '70 zette het herstel in van de vaak sterk gedecimeerde populaties van roofvogels. Die toename leidde echter weer tot een intensievere vervolging hoewel op dit moment de roofvogels meer geaccepteerd lijken.
Roofvogels zijn een onmisbare schakel in het evolutionaire proces van het veranderen van de erfelijke eigenschappen binnen populaties door de natuurlijke selectie. Roofvogels moeten in staat blijven om prooidieren te vangen en prooidieren moeten strategieën ontwikkelen of eigenschappen aanscherpen om roofvogels te snel of te slim af te zijn. Hoe de postduiven hier op reageren is ook een kwestie van de eigenaar van de postduiven. De meest alerte duiven en ook de duiven die conditioneel prima op orde zijn hebben de beste overlevingskansen.
In de volgende artikelen wordt ingegaan op de drie prachtige roofvogelsoorten die een bedreiging vormen voor de individuele postduiven.