Duiven en ziekten
Alle levende wezens, dus ook duiven, kunnen getroffen worden door ziekten. Op de eerste dag dat het duivenkuiken uit zijn ei kruipt en soms zelfs al in het ei, kan er een ziekte toeslaan. Veelal valt het bij de kuikentjes nog wel mee. In het ei heeft het kuiken antistoffen tegen veel ziekten meegekregen, we noemen dit wel de maternale immuniteit. Bij onze duiven duurt die bescherming veelal niet meer dan enkele weken. Vervolgens kunnen ziekten toeslaan en de duiven zullen dan zelf die ziekte moeten zien te overwinnen. Wordt een duif ziek dan zal het lichaam van een duif zelf nieuwe antistoffen moeten aanmaken. De ziekte zal een volgend keer dan minder kans krijgen vanwege de aanwezigheid van antistoffen. Af en toe ziek zijn hoort bij jonge duiven. Maar ondanks dat opbouwen van weerstand zij er toch tal van ziekten die een serieuze bedreiging kunnen vormen voor de duiven.
Preventieve maatregelen
Er zijn mogelijkheden om een aantal ziekten te voorkomen en ook om de kans op ziekten te verminderen bijvoorbeeld door de infectiedruk te verlagen. Er zijn meerdere strategieën waarmee we dat kunnen bereiken.
Vaccineren
Omdat duiven geen financieel interessante groep zijn voor de veterinaire farmaceutische industrie zijn er maar nauwelijks vaccins voor de duiven beschikbaar. Er zijn vaccins tegen het paramyxovirus. De overheid verplicht de duivenhouders die met duiven vliegen of met duiven naar tentoonstellingen gaan de duiven te laten vaccineren. Daarnaast is er een vaccin tegen de duivenpokken. Er is een combinatievaccin met het paramyxovirus en de duiven kunnen ook nog geënt worden via de veerfollikelmethode met een entstof uit Oost-Europa. Vele jarenlang is er gebruik gemaakt van een entstof van Intervet, maar Intervet is gestopt met het produceren van dit vaccin waarschijnlijk ook omdat de verkoop wel winstgevend was, maar niet zoals dit het geval is bij de medicijnen voor productiedieren en veel gehouden huisdieren zoals hond en kat. Verder kennen we nog een vaccin tegen paratyfus. Dit vaccin beschermt de duiven niet tegen de ziekte, maar bij een uitbraak zullen er minder slachtoffers vallen. Dit is alles wat beschikbaar is en het ziet er niet naar uit dat we hier nog meer mogelijkheden zullen krijgen.
Huisvesting
Ziekten kennen ziekteverwekkers en als we deze buiten de deur weten te houden of weten te verminderen dan beschermen we onze duiven ook tegen ziekten. Dit is echter een redelijk complex verhaal omdat het over meer dan alleen maar een schoon hok gaat. Zo is bijvoorbeeld de huisvesting van de duiven erg van belang. Een warm en droog hok zonder tocht met een goede ventilatie in warme periodes is belangrijk. Als men kan bereiken dat de temperatuur beneden de 28° blijft dan zou dat mooi zijn. Maar als het buiten meer dan 28° is dan lukt het natuurlijke niet om daar in het duivenhok beneden te blijven. Duivenhokken moeten niet tochten en voldoende verluchten.
Overbevolkte hokken moeten vermeden worden. Op de hokken moeten bovendien ruim meer zitplaatsen zijn dan duiven. Voor doffers in een bak dienen de doffers ieder een eigen bak hebben. Zijn er meer bakken dan duiven dan kunnen de overcomplete bakken het best gesloten worden. Overbevolking en vechten om zitplaatsen geeft meer stress
Hygiëne
Voeren dient in een voerbak te gebeuren en niet op de grond waar het voer in aanraking komt met mest(resten). In mest kunnen ziektekiemen zitten die dan mee worden opgenomen. Daarom is het ook zaak om de voerbakken regelmatig schoon te maken. Aluminiumvoerbakken zijn daarom aan te bevelen. Vochtige plekken op het hok moeten vermeden worden omdat in een vochtig milieu de wormen en eitjes van de coccidieën graag verblijven en rijpen en vervolgen duiven kunnen infecteren. Drinkbakken kunnen het beste op een verhoging worden geplaatst zodat eer minder vervuiling in het water waait bij het opvliegen van de duiven. Na het schoonmaken van de hokken kan men wekelijks de schoongemaakte vloer met een licht met een bloemenspuit inspuiten en daarna met een brander weer drogen. Een uitstekende manier om coccidiose en andere besmettingen buiten de deur te houden.
Ook kan men regelmatig het hok ontsmetten, in de handel zijn daarvoor diverse middelen beschikbaar. Wel altijd goed de voorschriften lezen en daarna handelen.
Ziekten
Ondanks alle inspanningen is het niet mogelijk ziekten altijd te vermijden. Besmettingen kunnen door de duiven redelijk gemakkelijk worden opgelopen in reismanden en bij het foerageren. Stress kan bij de duiven de weerstand verminderen en bij het kweken en bij wedvluchten is er sprake van stress, ook als de roofvogels actief zijn is de stress bijna van de duif af te lezen. Dus ook bij goed verzorgde dieren komen ziektes voor, maar waarschijnlijk veel minder dan wanneer men deze voorzorgsmaatregelen niet zou hebben getroffen.
Als een ziekteverwekker bij de duiven toeslaat, dan hangt het van de houder af hoe snel er kan worden ingegrepen. Als de houder zijn duiven namelijk dagelijks observeert en kennis heeft van ziektesymptomen en gedrag van de duiven dan kan er vaak ook snel worden ingegrepen. Dit kan in heel veel gevallen de uitbraak beperken en de aangetaste dieren sneller doen herstellen bij een gerichte therapie. Zelf dokteren, is niet altijd de juiste weg en zeker niet als men niet zeker is van de zaak. Daarnaast moet het preventief kuren echt ontraden worden omdat dit resistentie in de hand werkt.